Trilgraszegge is waarschijnlijk in de zestiger jaren in het noorden ingevoerd. Ze is zeldzaam maar lijkt zich voorzichtig uit te breiden. In Midden-Europa kan het een bosonkruid worden met enorme haarden van golvende massa’s van de smalle, hangende bladeren. Voor een zegge heeft ze een wat bijzondere voorkeur voor vochtige, zanderige bos-, weg- en slootranden. Valse zandzegge vormt vergelijkbare losse, half-chaotische matten maar heeft grotere aren.



